Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet belastingen op milieugrondslag

 

Artikel 69
1
Op verzoek wordt teruggaaf van de belasting verleend met betrekking tot aardgas en elektriciteit, verbruikt in een onroerende zaak die in hoofdzaak is bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningsbijeenkomsten van levensbeschouwelijke aard.
2
Op verzoek wordt teruggaaf van de belasting verleend met betrekking tot aardgas en elektriciteit, verbruikt in een onroerende zaak die hoofdzakelijk in gebruik is bij een charitatieve, culturele, wetenschappelijke of het algemeen nut beogende instelling dan wel een instelling die een sociaal belang behartigt, mits:
a
de instelling beschikt over notarieel verleden statuten waaruit de charitatieve, culturele, wetenschappelijke, het algemeen nut beogende of sociaal belang behartigende doelstelling blijkt;
b
de feitelijke werkzaamheden van de instelling overeenkomen met de doelstelling;
c
de instelling niet of slechts in beperkte mate werkzaam is op het gebied van sport, gezondheidszorg of onderwijs;
d
de instelling niet aan vennootschapsbelasting is onderworpen dan wel daarvan is vrijgesteld;
e
de instelling beschikt over een eigen aansluiting;
alsmede, indien het een instelling betreft die een sociaal belang behartigt:
f
de werkzaamheden van de instelling nagenoeg geheel worden verricht door natuurlijke personen om niet of naar een loon dat in belangrijke mate lager is dan hetgeen in het economische verkeer gebruikelijk is.
3
Op verzoek wordt teruggaaf van de belasting verleend met betrekking tot aardgas en elektriciteit, verbruikt in een onroerende zaak die hoofdzakelijk in gebruik is bij meer dan één instelling die charitatief, cultureel, wetenschappelijk of het algemeen nut beogend is dan wel een sociaal belang behartigt, mits:
a
de instellingen die de onroerende zaak gebruiken, beschikken over notarieel verleden statuten waaruit de charitatieve, culturele, wetenschappelijke, het algemeen nut beogende of een sociaal belang behartigende doelstelling blijkt, dan wel, voor zover het gaat om verenigingen als bedoeld in artikel 26 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek die niet beschikken over notarieel verleden statuten, over door die verenigingen verstrekte verklaringen waaruit de charitatieve, culturele, wetenschappelijke, het algemeen nut beogende of een sociaal belang behartigende doelstelling blijkt;
b
de instelling die de desbetreffende onroerende zaak beheert en exploiteert, beschikt over notarieel verleden statuten waaruit blijkt dat de instelling zich ten doel stelt de onroerende zaak te beheren en exploiteren ten nutte van instellingen als bedoeld in onderdeel a;
c
de feitelijke werkzaamheden van de instellingen, bedoeld in de onderdelen a en b, overeenkomen met de doelstelling;
d
de instellingen, bedoeld in onderdeel a, niet of slechts in beperkte mate werkzaam zijn op het gebied van sport, gezondheidszorg of onderwijs;
e
de instellingen, bedoeld in de onderdelen a en b, niet aan vennootschapsbelasting zijn onderworpen dan wel daarvan zijn vrijgesteld;
f
de instelling, bedoeld in onderdeel b, beschikt over een eigen aansluiting.
4
Voor de toepassing van dit artikel en de op dit artikel berustende bepalingen wordt een statuut als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek gelijkgesteld met notarieel verleden statuten indien dit statuut schriftelijk is vastgelegd.
5
De teruggaven, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden verleend aan de gebruiker van de desbetreffende onroerende zaak en bedragen 50 percent van de aan hem in rekening gebrachte belasting.
6
De teruggaaf, bedoeld in het derde lid, wordt verleend aan de instelling die de desbetreffende onroerende zaak beheert en exploiteert en bedraagt 50 percent van de aan haar in rekening gebrachte belasting.
7
De teruggaven, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot halfzware olie, gasolie en vloeibaar gemaakt petroleumgas, indien geen aansluiting aanwezig is voor aardgas.
8
Bij op voordracht van Onze Minister vast te stellen algemene maatregel van bestuur worden voorwaarden en beperkingen gesteld waaronder de teruggaven, bedoeld in dit artikel, worden verleend.
9
Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit artikel.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •